de gedaanteverwisseling van een jong insect tot een volwassen dier. Soms zijn de veranderingen geleidelijk, zoals bij de sprinkhanen, dan spreekt men van een onvolledige gedaanteverwisseling. Soms ook zijn de veranderingen zeer groot en komt er een popstadium bij te pas, zoals bij de vlinders en kevers. Men spreekt dan van een volledige gedaanteverwisseling.