pijlstaarten
Kenmerken
De pijlstaarten hebben een stevig en gestroomlijnd lichaam. Met de smalle, puntige vleugels kunnen zij snel vliegen, maar er zijn ook soorten met bredere vleugels die langzamer vliegen en stil in de lucht kunnen staan als een kolibrie. De meeste pijlstaarten hebben een lange tong, soms langer dan het lichaam en kunnen daarmee diep gelegen nectarbronnen bereiken in buisvormige bloemen. Hun Nederlandse naam danken zij aan de rupsen die meestal een gebogen hoorn op het laatste achterlijfssegment dragen. De rupsen zijn goed gecamoufleerd vaak met schuine strepen op de flanken.
Voorkomen
Ca. 25 soorten in Nederland en België.
Levenswijze
Vele soorten zijn trekvlinders, die grote afstanden kunnen afleggen.
Behandelde taxa
Acherontia atropos (doodshoofdvlinder)
Agrius convolvuli (windepijlstaart)
Deilephila elpenor (groot avondrood)
Deilephila porcellus (klein avondrood)
Hemaris fuciformis (glasvleugelpijlstaart)
Hyles euphorbiae (wolfsmelkpijlstaart)
Macroglossum stellatarum (kolibrievlinder)
Mimas tiliae (lindepijlstaart)
Smerinthus ocellata (pauwoogpijlstaart)
Sphinx ligustri (ligusterpijlstaart)
Sphinx pinastri (dennenpijlstaart)