veenmollen
Kenmerken
Veenmollen zijn grote insecten met een fors lichaam en een lengte van 35-50 mm. De dieren zijn meestal bruin van kleur en hun lichaam is geheel bedekt met fijn haartjes. De voorvleugels zijn kort, maar de achtervleugels zijn volledig ontwikkeld en steken tot voorbij de van het achterlijf uit als ze opgevouwen zijn. Veenmollen vliegen met de achtervleugels, maar doen dit niet vaak. Het zijn onhandige vliegers die soms worden aangetrokken door verlichte vensters en straatlantaarns.
Voorkomen
De meeste soorten Gryllotalpidae komen in tropische streken. In Midden- en Noordwest-Europa zijn ze maar met een soort vertegenwoordigd: de veenmol, Gryllotalpa gryllotalpa. Deze soort heeft een sterke voorkeur voor vochtige bodems nabij water. Hij komt vooral voor in de zand- en veenstreken en mijdt kleigebieden.
Levenswijze
Opvallend zijn hun voorpoten die buitengewoon goed zijn aangepast voor het graven in de bodem. De dieren brengen het grootste deel van hun leven door in een onderaards gangenstelsel, vandaar de populaire naam. Vrouwtjes hebben geen uitwendige legboor, zoals de krekels waar ze het nauwst verwant mee zijn. De mannetjes striduleren wel op de manier van krekels door hun rechter vleugel over de linker te wrijven. Zo ontstaat er een gedempt, snorrend geluid, dat op warme zomeravonden is te beluisteren. Veenmollen leven van zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Bij massaal optreden veroorzaken zij soms schade in moes- en siertuinen, maar ze kunnen zich ook nuttig maken door eten van schadelijke keverlarven.
Behandelde taxa
Gryllotalpa gryllotalpa (veenmol)