zwem- of waterwantsen
Kenmerken
Als groep gekenmerkt doordat de antennen verborgen zijn in kuiltjes of groeven onder de kop. Alle soorten leven onder de waterspiegel, alwaar de ontwikkeling van ei, via vijf juveniele stadia naar adult plaatsvindt.
Voorkomen
De zwemwantsen bewonen een breed spectrum aan aquatische habitats, variƫrend van kleine vijvertjes tot meren en rivieren en sommigen tolereren zelfs brak water. Stilstaande watertjes zijn bijzonder rijk aan soorten. Nepidae en Naucoridae prefereren een rijke plantengroei; Pleidae, Notonectidae en Corixidae waters zonder vispredatie. Aphelocheiridae leven tussen de kiezels in snelstromend water.
Levenswijze
De eerste twee nimfenstadia nemen zuurstof op uit het water. Volgende nimfale stadia en adult moeten aan het wateroppervlak een luchtbel oppikken, met deze bel kunnen ze ook enigszins zuurstof uit het water opnemen, van levensbelang bij de overwintering. De meeste Nepomorpha zijn predatoren die zich voeden met andere waterdieren. Een aantal Corixidae zijn aaseters of herbivoor.
Behandelde taxa
Familie Aphelocheiridae
Apohelocheirus aestivalis (grondwants)
Familie Corixidae
Corixa punctata (gestippelde duikerwants)
Familie Naucoridae
Ilyocoris cimicoides (platte zwemwants)
Familie Nepidae
Nepa rubra (waterschorpioen)
Ranatra linearis (staafwants)
Familie Notonectidae
Anisops sardea (zwevende rugzwemmer)
Notonecta glauca (gewoon bootsmannetje, rugzwemmer)
Familie Pleidae
Plea leachii (dwergbootsmannetje)