mierenleeuwen
Kenmerken
Mierenleeuwen lijken op het eerste gezicht op libellen door hun lange vleugels en lange, smalle lichaam. Echter hun stevige, knotsvormige voelsprieten tonen dat ze tot een heel andere insectengroep behoren (orde Planipennia).
Levenswijze
De naam mierenleeuw heeft betrekking op de larven van de soorten die in zandige bodems leven en daar trechtervormige valkuilen in graven om kleine insecten te vangen. De larve houdt zich meestal even buiten het centrum van de cirkelvormige valkuil op en wacht daar op prooi. Alleen de lange, scherpe kaken steken boven het zand uit. Een slachtoffer die in de kuil valt kan moeilijk omhoog kruipen en wordt gegrepen met de kaken, doorboord en uitgezogen. Mierenleeuwen grijpen in principe ieder insect dat in de valkuil beland, maar mieren vormen vaak de hoofdprooien.
Behandelde taxa
Euroleon nostras (gevlekte mierenleeuw)
Myrmeleon formicarius (mierenleeuw)
Palpares libelluloides