Ischnura elegans

lantaarntje

Spanwijdte vleugels 35-45 mm, april-augustus

Kenmerken
Beide seksen met zwarte rugzijde, alleen het achtste segment is lichtblauw gekleurd. Uitgekleurd vrouwtje is heel moeilijk van mannetje te onderscheiden bij jonge vrouwtjes, tot 1 week oud, is het borststuk nog opvallend violet of rosse van kleur.

Voorkomen
Algemeen, vooral in plantenrijke, stilstaande wateren. Gaat in Nederland wel in aantallen achteruit.

Levenswijze
Het vrouwtje legt haar eieren zonder begeleiding van het mannetje in waterplanten. (046 3b g). Om tijdens het eieren leggen niet voortdurend door paringslustige mannetjes lastig te worden gevallen zondert het vrouwtje zich af door zich in de dichte oevervegetatie te begeven. Het afzetten van de eieren vindt meestal plaats in de namiddag als de mannetjes minder actief zijn.

Gelijkende soorten
Bij de wat zeldzamere, tengere waterjuffer (Ischnura pumilio) is het achterste deel van achterlijfssegment 8 voor één derde deel en segment 9 in zijn geheel blauw gekleurd. Bij het vrouwtje van deze soort ontbreekt de blauwe kleur in het achterlijf zij heeft aanvankelijk een oplichtend oranje gekleurd borststuk, dat later in haar leven onopvallend olijfgroen wordt. De tengere grasjuffer is een uitgesproken pionier en is vaak te vinden in kwelplasjes, maar ook in plasjes van karrensporen. De nimf kan zich snel ontwikkelen en de soort kan 2 generaties per jaar voortbrengen.

%LABEL% (%SOURCE%)