Lengte 11-16 mm, januari-december
Kenmerken
Bruine tot zeer donker bruine randwants (familie Coreidae). Verbrede zijranden van het achterlijf, die onder de vleugels uitsteken (connexivum) tussen de voelsprieten 2 hoorntjes.
Voorkomen
Op tamelijk vochtige terreinen in struiken. Overal algemeen.
Levenswijze
Deze soort komt vooral op zuring voor. Er zijn veel op elkaar gelijkende randwantsen, die zich alle voeden met vruchten.