Lengte 10-13 mm, juli-oktober
Kenmerken
Bruin met koperglans. Halsschild loopt recht naar achteren van de kop weg en eindigt in een scherpe “doorn”.
Voorkomen
Talrijk in lage bosjes op vochtige plaatsen.
Levenswijze
Voedt zich met andere insecten.
Lengte 10-13 mm, juli-oktober
Kenmerken
Bruin met koperglans. Halsschild loopt recht naar achteren van de kop weg en eindigt in een scherpe “doorn”.
Voorkomen
Talrijk in lage bosjes op vochtige plaatsen.
Levenswijze
Voedt zich met andere insecten.
%LABEL% (%SOURCE%)