Lengte 5-8 mm, januari-december
Kenmerken
Grote oranje-achtige soort (familie Margarodidae) met wasvlokken en staafvormige wasafscheidingen die de eizak vormen.
Voorkomen
Geïmporteerde soort en in het Middellandse Zeegebied; algemeen.
Levenswijze
Deze opvallende, vrij grote schildluisachtige komt oorspronkelijk uit Australië en is eerst in het begin van de vorige eeuw in Californië (VS) geïntroduceerd, waar hij een enorme plaag werd in de citruscultuur. Later kon men hem met de eveneens uit Australië ingevoerde, natuurlijke vijand, het lieveheersbeestje Rodolia cardinalis, afdoende bestrijden. Dit is het eerste voorbeeld van succesvolle biologische bestrijding. Intussen werd de soort ook in het Middellandse Zeegebied ingevoerd waar hij zich op verschillende planten kan handhaven, onder andere op brem en Hibiscus. Mannetjes komen slechts bij uitzondering voor. Vrouwtjes planten zich gewoonlijk ongeslachtelijk (parthenogenetisch) voor en maken vrijwel uitsluitend dochters die door versmelting van de eicelkernen ontstaan.