Broscus cephalotes

dikkoploopkever

Lengte 17-22 mm, mei-september.

Kenmerken
Kop opvallend groot en samen met halsschild via een insnoering aan de rest van het lichaam verbonden. Forse kaken. Opvallende antennepoetser. Geheel dofzwart.

Voorkomen
Algemeen in zandige terreinen, vooral aan de kust.

Levenswijze
Ligt vanuit een zelf gegraven gang te loeren op prooi. Legt ook de eieren in deze gang in een afgetakte eikamer.

%LABEL% (%SOURCE%)