Nicrophorus vespillo

krompootdoodgraver

Lengte 10-26 mm, januari-december.

Kenmerken
Dekschilden iets verkort en recht afgeknot, zwart met 2 oranje dwarsbanden. Achterschenen sterk gekromd.

Voorkomen
Vooral in lente en zomer in velerlei biotopen algemeen.

Levenswijze
Zodra een mannetje een klein kadaver (bijv. een muis, [link][image][filename]154_1_g.jpg154 1 g[/l]) heeft gevonden neemt hij een karakteristieke houding aan met het achterlijf omhoog om lokstoffen af te geven die een vrouwtje moeten aanlokken. Na de paring wordt het aas begraven in de bodem in een speciaal daarvoor aangelegd kogelrond kamertje. Daarna worden de eieren gelegd in een zijkamertje dat met een zijgang aan de kamer met het aas is verbonden. Na het uitkomen lopen de larven naar de aaskogel waar de moeder in een verdieping op ze wacht. De moeder voedt de jonge larven een tijdje waarbij het voedsel van mond tot mond wordt uitgewisseld. De grotere larven eten zelfstandig.

%LABEL% (%SOURCE%)