Agapanthia villosoviridescens

distelbok

Lengte 10-23 mm, mei-september.

Kenmerken
Kop en kopschild met geel-bruine lengtestrepen. Dekschilden fijn geel en grijs gevlekt. Voelsprieten even lang als lichaam, grijs-zwart geringd.

Voorkomen
Langs bosranden en -paden, in heggen en op vochtige plekken. Algemene soort.

Levenswijze
Kever vooral op distels en schermbloemigen. Larve ontwikkelt zich in de stengels van distels en zeeasters.

%LABEL% (%SOURCE%)