reuzengoudhaan
Lengte 15-20 mm, april-juni.
Kenmerken
Groot en bol. Zwart van kleur met lichte blauwglans. Dekschilden langs de naad vergroeid. Tarsleden opvallend dik en stevig.
Voorkomen
Vooral op droog, grazig (kalk)grasland in berg- en heuvelland. In Nederland sterk achteruit gegaan, maar nog zeldzaam bij de IJsselvallei en in Zuid-Limburg. Ook in Belgiƫ zeldzamer geworden.
Levenswijze
De overwinterde kever is bij de eerste lentedagen al actief en kruipt rond over de bodem (194 2a g). Bij gevaar, als hij wordt aangeraakt of vastgepakt, spuugt hij een rode vloeistof uit de mond om vijanden (zoals vogels) af te schrikken. De zwarte, zeer plompe en trage larve (194 2b g) leeft van walstro-achtigen en is semivoltien.