roodpotige sprinkhanendoder
Lengte 7-13 mm, juni-augustus.
Kenmerken
Lijkt wat op de wantsendoder, doch is slanker, heeft groene ogen en grotendeels rode poten. Achterste ocellen eveneens groenig en ovaal.
Voorkomen
Uitsluitend in stuifduinen in het binnenland en langs de kust. Mediterrane verspreiding, in Nederland en Belgiƫ zeldzaam, vooral in de kustduinen en Noord-Limburg.
Levenswijze
Deze graafwesp bevoorraadt haar nest met allerlei soorten grassprinkhanen. Vaak zijn de prooien groter dan de wesp zelf. Voor het vervoer wordt de verlamde sprinkhaan aan de voelsprieten gepakt en over de grond naar het nest gesleept.