witte rouwbij
Lengte 12-15 mm, april-juni.
Kenmerken
Kop en borststuk deels grijs, deels zwart behaard. Achterlijf en poten met sneeuwwitte haarvlekken.
Voorkomen
Op nestplaatsen van de gastheren langs leem- en lösswanden. Overal vrij zeldzaam in Midden-Europa; vermoedelijk verdwenen uit Zuidoost-Nederland en Midden-België.
Levenswijze
Deze koekoeksbij parasiteert bij sachembijen, vooral bij de in Nederland waarschijnlijk verdwenen, mooie sachembij, Anthophora aestivalis, maar niet op de gewone sachembij (A. plumipes).