zwarte herfstspinner
Spanwijdte vleugels 30-45 mm, oktober-december
Kenmerken
Voorvleugels dun beschubd, donkergrijs met gelige strepen en vlekken.
Voorkomen
Niet zeldzaam langs bosranden en in parken. Vliegt in noordelijkere streken minder laat, vaak al in augustus.
Levenswijze
Rups grijzig en enigszins afgeplat (370 3b g), komt voor op verschillende soorten loofbomen, maar vooral op populier, beuk en eik. De rups vreet, vlak de verpopping aarde en zand en verkleurt dan. Na het spinnen van de cocon wordt de opgegeten aarde met speeksel vermengd en als een soort cement in het cocon geperst, waardoor deze keihard wordt.