distelvlinder
Spanwijdte vleugels 45-60 mm, april-oktober
Kenmerken
Bovenzijde vleugels roodbruin met zwarte tekening met in de vleugelpunt een witte vlektekening die lijkt op die van de atalanta.
Voorkomen
Sterk verspreid in halfnatuurlijke graslanden, in ruigten, bloemrijke tuinen etcetera.
Levenswijze
De distelvlinder is net als de atalanta een echte trekvlinder die meest in Noord-Afrika overwintert. Ieder voorjaar trekken de daar geboren vlinders ver weg naar het noorden, zelfs tot in Spitsbergen. Soms arriveren zij in zwermen, soms ook alleen. De aantallen kunnen van jaar tot jaar sterk verschillen. In Nederland brengt de distelvlinder 1-2 generaties voort (in het zuiden wel 6) en kan maximaal meer dan 1000 eieren produceren. De eieren worden één voor één gelegd op aster- en distelsoorten, brandnetels en kaasjeskruidachtigen. De okergele tot donkerolijf gekleurde rups ontwikkelt zich in een maand. Veel van de hier geboren distelvlinders kunnen de winter niet overleven en trekken in de nazomer weg naar het zuiden.