tweekleurige parelmoervlinder
Spanwijdte vleugels 30-40 mm, juni-augustus
Kenmerken
Bovenzijde vleugels mannetjes (408 1a g) met warme roodbruine kleur met een onsamenhangende zwarte vlektekening; kleur vrouwtjes (408 1b g) variabel, voorvleugels meestal grijsbruin met zwarte vlektekening, achtervleugels oranje met een vlektekening gelijk aan die van de mannetjes. Onderzijde achtervleugels met opvallende, doorlopende rode band voor de vage maanvlekken langs de rand (408 1c g).
Voorkomen
Op zeer droge, steppeachtige, hete graslanden met schrale vegetatie. In Nederland 4 keer als dwaalgast in de vorige eeuw; laatste vondst in Zuidoost-Belgiƫ: 1970.
Levenswijze
Witte, zeer bont getekende rups (408 1d g) leeft op verschillende soorten weegbree (Plantago), helmkruidachtigen, waaronder vlasbekje (Linaria) en lipbloemigen, waaronder bergandoorn (Stachys). Witte pop (408 1e g) vertoont eveneens een bont kleurpatroon.