watersnuffel
Spanwijdte vleugels 40-45 mm, mei-september
Kenmerken
Mannetje met op het tweede segment een paddenstoelachtige tekening, die soms is uitgebreid met lengtestrepen.
Voorkomen
Bij stilstaande wateren. Soort van zure, voedselarme vennen en hoogvenen. Plaatselijk algemeen met stabiele populaties.
Levenswijze
De mannetjes gaan graag zitten op plantenstengels en brengen dan hun lichaam in een bijna rechthoekige stand ten opzichte van de stengel. Zo zijn ze op grote afstand te herkennen. De watersnuffel heeft een rechtlijnige vlucht in tegenstelling tot de waterjuffers die meer dansen.