Onychogomphus forcipatus

kleine tanglibel

Spanwijdte vleugels 55-70 mm, juni-augustus

Kenmerken
Helder getekend in Midden-Europa (054 4 g), groenig geel (ondersoort O. f. forcipatus). In het Middellandse Zeegebied komt de ondersoort O. f. inguiculatus voor die meer eigeel van kleur is. Bij het mannetje zijn de achterlijfssegmenten 3-6 versmald en de laatste segmenten verbreed, aan het einde met lange, grote tangen.

Voorkomen
Vooral bekend van snel stromende beken en bovenlopen van rivieren tot meren met kiezel- of zandbodem. Zuidelijke soort. In Walloniƫ zeldzaam. In Nederland dwaalgast, zeer zeldzaam langs de Maas.

Levenswijze
De mannetjes worden vaak met schuin omhoog stekend achterlijf op stenen langs de oever in hun territorium aangetroffen. Op deze uitkijkposten houden ze paringsbereide vrouwtjes in de gaten en verjagen zij concurrerende mannetjes.

Gelijkende soorten
De West-Mediterrane, iets grotere, grote tanglibel (Onychogomphus uncatus) heeft boven op de kop tussen de facetogen slechts 1 gele vlek; Onychogomphus forcipatus heeft er twee. Beide soorten tanglibellen komen in Zuid-Europa vaak samen voor vroeger ook nog noordelijk tot in Schaffhausen (Zwitserland).

%LABEL% (%SOURCE%)