Ectobius sylvestris

boskakkerlak

Lengte 9-11 mm, mei-november

Kenmerken
Bij het mannetje reiken de donkerbruine vleugels tot over het achterlijf. Het vrouwtje heeft lancetvormige, korte voorvleugels die het achterlijf voor 1/3 onbedekt laten. De donkere vlek op het halsschild is in beide seksen scherp begrensd.

Voorkomen
Inheems in Noordwest- en Midden-Europa. Op zonnige plaatsen in eikenbladstrooisel, ook in bomen en struiken. Is in Nederland en Belgiƫ veel algemener dan Ectobius lapponicus.

Levenswijze
Alleen de mannetjes vliegen. Na de paring produceert het vrouwtje 2 eipakketten met elk ca. 14-16 eieren. De eipakketten overwinteren en komen pas in juni van volgend jaar uit. De nimfen doorlopen 5 stadia en overwinteren nogmaals (voor de tweede keer in hun leven) in het vierde stadium. In het daaropvolgende voorjaar komen zij pas in het vijfde en ontwikkelen zich kort daarop als adult. De boskakkerlak heeft dus maar een halve generatie per jaar (semivoltien).

%LABEL% (%SOURCE%)