zoemertje
Lengte 15-26 mm, juli-oktober
Kenmerken
Het geslacht Stenobothrus onderscheidt zich van Omocestus door een verlengd, regelmatig dwars geaderd mediaalveld (= het veld in het voorste deel van het midden van de vleugel, in [link][image][filename]9_2b_g.jpg090 2b g[/text][/image][/link] goed te zien). Stenobothrus verschilt van Chorthippus door de niet verbrede en recht verlopende onderrand van de vleugels. Zeer variabel van kleur. Mannetjes (090 2a g) zijn meestal groen met een rode achterlijfspunt. Vrouwtjes (090 2b g) zijn meestal groen of bruin, zelden wijnrood, met witte strepen aan de boven- en onderrand van de voorvleugels. Zo nu en dan komen er zelfs blauwviolette exemplaren voor (ook bij de mannetjes).
Voorkomen
Meestal op droge laag begroeide terreinen en heiden. In Nederland in het midden des lands en in het zuiden nog tamelijk algemeen, ook in het zuiden en oosten van Belgiƫ niet zeldzaam. De soort gaat op de huidige vindplaatsen sterk achteruit.
Levenswijze
Het geluid bestaat uit een zeer markant, heel regelmatig wegkwijnend en aanzwellend snorgeluid ([link][sound][filename]stenobot.movStenobothrus lineatus[/text][/sound][/link]).