berkenwants
Lengte 6-9 mm, januari-december
Kenmerken
Grijsgroen, groen of roodbruin van kleur, rugzijde duidelijk zwart gepuncteerd (familie Acanthosomatidae).
Voorkomen
Overal algemeen waar berken staan.
Levenswijze
De berkenwants vertoont een hoog ontwikkelde vorm van broedzorg. De eieren worden in juni gelegd op de onderzijde van berkenbladeren. De moederwants blijft bij en vaak boven op haar legsel zitten. Als er een mogelijke vijand aankomt, bijvoorbeeld een mier of een sluipwesp, keert zij hem de rug toe en gebruikt zij haar lichaam als schild tussen de vijand en het legsel. Als de vijand daardoor niet wordt ontmoedigd klappert zij nog met haar vleugels. Zij vertoont hetzelfde gedrag als je haar met je vinger nadert. Ook als de jongen zijn uitgekomen blijven ze nog op de lege eischalen zitten en worden hier nog bewaakt door de moeder (110 4a g). Na enige dagen vervellen ze en pas dan moeten ze op weg voor hun eerste maaltijd. De moeder gaat voorop en de jongen volgen haar als kleine eendenkuikens (110 4b g). Voor de voeding gaan ze vaak naar een berkenvruchtje, waar het hele gezin neerstrijkt voor een sapmaaltijd (110 4c g).