Lengte 10-15 mm, juni-augustus.
Kenmerken
Rugzijde schitterend metallisch groen met talrijke blauwe stipjes; naar de randen toe overgaand van goudgroen naar roodbruin.
Voorkomen
Langs bosranden met wilgenbosjes. Zuid-Europa. Niet in Nederland en Belgiƫ.
Levenswijze
Larve ontwikkelt zich in dikke takken en stammen van waterwilgen waaraan ze lichte, bultige gezwellen veroorzaken.