Lengte 1,5-2,5 mm, januari-december.
Kenmerken
Zeer kleine, glanzende kever met lange voelsprieten. Zijkanten en onderzijde met fijne, dichte haarbedekking, die een dunne luchtlaag vasthoudt voor de ademhaling (=plastron). Behoort tot de beekkevers.
Voorkomen
In schone, snel stromende wateren, vooral bergbeken. Deze soort is in Nederland herontdekt in Zuid-Limburg, ook in de Ardennen.
Levenswijze
Kever (166 7a g) zwemt niet en is op stenen en waterplanten te vinden waar hij zich met de sterke klauwen vast klampt. De afgeplatte larve (166 7b g) en de kever voeden zich met mos en algen.