Lengte 5-9 mm, mei-augustus.
Kenmerken
Lijkt op een boktor, maar behoort tot de schijnboktorren. Schitterend goudgroen. Dekschilden naar achteren toe versmald en uit elkaar lopend. Achterdijen verdikt alleen bij mannetjes (172 2 g).
Voorkomen
Langs zonnige bosranden en bloemrijke terreinen op bloemen. Algemeen.
Levenswijze
Kever is op bloemen te vinden. Larve ontwikkelt zich in de stengels van een aantal kruidachtige planten.