Liparus glabrirostris

hoefbladsnuitkever

Lengte 14-19 mm, mei-juli.

Kenmerken
Een van de weinige grote, Europese snuitkevers. Zwart met gele haarvlekken, aan de zijkanten van het halsschild Y-vormige, gele lengtestrepen. Dekschilden zonder duidelijke puntstrepen.

Voorkomen
Vooral in bergstreken van Midden-Europa. Niet in Nederland.

Levenswijze
Larve ontwikkelt zich in de wortels van verschillende soorten schermbloemen.

Gelijkende soorten
De wel in Nederland en Belgiƫ voorkomende Liparus germanus is kleiner en heeft een ronder lichaam. Halsschild met een in vlekken opgeloste zijstreep.

%LABEL% (%SOURCE%)