grote steltmug
Spanwijdte 35-45 mm, juni-september.
Kenmerken
Deze grote soort lijkt veel op een langpootmug uit het geslacht Tipula, maar wordt onder meer op grond van het patroon in de vleugeladeren en de doorns op de poten tot de familie Pediciidae gerekend. Vleugels met donkere voorrand en zeer markante in een Y-vorm lopende, gevorkte strepen.
Voorkomen
Langs beken in bossen en kwelgebieden. Zeldzaam in Nederland en Belgiƫ.
Levenswijze
De larve ontwikkelt zich net als Chionea belgica in beken en kwellen, maar is ook op andere moerassige plaatsen in vochtige grond en onder nat bladval te vinden. Larven zijn carnivoor.