Chaoborus soort

pluimmug

Lengte 6-7 mm, mei-augustus.

Kenmerken
Pluimmuggen lijken sterk op steekmuggen met alleen schubben op de vleugelrand en sterk gereduceerde monddelen (imago’s niet afgebeeld).

Voorkomen
Verschillende soorten pluimmuggen komen bij verschillende wateren voor, zowel licht stromend als stilstaand en zowel helder als licht vervuild (matig eutroof). Ongeveer 8 soorten in Nederland en België.

Levenswijze
De muggen zelf zouden met hun rudimentaire monddelen nauwelijks in staat zijn voedsel op te nemen, maar staan toch bekend als bloembezoekers. Het vrouwtje legt de eieren in een schijfvormig, in gelei gehuld pakketje op het wateroppervlak. De larve (214 1 g) is dun en lang gerekt. Het lichaam is geheel doorzichtig en hangt horizontaal in het water. De stabiliteit in deze houding wordt verkregen door 2 paar met lucht gevulde tracheeblazen: 1 paar in het borststuk en 1 paar in het 3 voorlaatste achterlijfssegment. Meestal komt het gewicht precies overeen met het water, maar door de luchtzakken te vergroten of te verkleinen kan zij haar gewicht veranderen en zo stijgen of dalen. Ook kan de larve door een zijwaartse slagbeweging van het achterlijf, waaronder aan het eind een waaiervormige zwemborstel zit, voorwaarts zwemmen of/en van zwemrichting veranderen. Eigenaardig is dat de voelsprieten tot krachtige grijporganen zijn ontwikkeld, waarmee kleine, zwemmende dieren worden gevangen, zoals roeipootkreeftjes. De pop is ook gestrekt en zweeft bijna rechtop in het water.

%LABEL% (%SOURCE%)