snavelvlieg
Lengte 8-14 mm, mei-september.
Kenmerken
Eén van de middelgrote snavelvliegen met korte, krachtige zuigsnuit uit de familie Rhagionidae (snip- of snavelvliegen). Borststuk grijs met 3 lengtestrepen. Poten geelbruin met 3 schijfjes. Vleugels donker gevlekt. Achterlijf geelbruin met op de bovenzijde zwarte driehoekjes en zwart uiteinde.
Voorkomen
Langs bosranden, paden en wegen, ook bij vrijstaande gebouwen.
Levenswijze
De vlieg zit vaak in karakteristieke positie op boomstammen of op muren, met de voorkant van het lichaam van de ondergrond afgericht en de kop naar beneden.. De larven leven in de bodem; zij foerageren op regenwormen en insectenlarven.