Lengte 8-11 mm, april-juni.
Kenmerken
Basis van het achterlijf smal en lang gesteeld. Voorhoofd geel met zwarte, naar onderen in gaffel uitlopende band. Zuigsnuit nog langer dan bij Conops-soorten.
Voorkomen
Bij bosranden en andersoortige open plekken. Niet zeldzaam in Nederland en Belgiƫ.
Levenswijze
De soort parasiteert bij verschillende soorten hommels en wespen.