snuitvlieg
Lengte 8-11 mm, april-september.
Kenmerken
Gezicht tussen de ogen heel kenmerkend, neusachtig verlengd. Achterlijf roodbruin met donkere tekeningen.
Voorkomen
Bij hagen en in open bossen overal algemeen.
Levenswijze
De zweefvlieg is vaak op bloemen te vinden. De larven ontwikkelen zich in koeienvlaaien en andere mest.