wilgenhoutwesp
Lengte 10-21 mm, juni-augustus.
Kenmerken
Dit is en vertegenwoordiger van de loofhoutwespen of zwaardwespen. Kenmerkend is de lange nek en het lijkt wel of de kop is gesteeld in tegenstelling tot die van de naaldhoutwespen. De wilgenhoutwesp is verder zwart met witte vlekken op de kop, het borststuk en het achterlijf. Poten rood. Het vrouwtje heeft een korte, maar nog wel uitstekende en goed zichtbare legboor (248 4 g).
Voorkomen
In vochtige loofbossen. Niet algemeen in Nederland en Belgiƫ, in het oosten minder zeldzaam dan in het westen.
Levenswijze
De larve ontwikkelt zich net als bij de Siricidae in de boomstam, bij voorkeur in berken en elzen.