Lengte 16-23 mm, juli-september.
Kenmerken
Robuuste, zwarte graafwesp met achterlijfssteel niet in het midden maar aan de onderkant van het deels rode achterlijf ingeplant.
Voorkomen
Vrij algemeen in Zuid-Europa op warme, zandige terreinen. Zeldzaam in Zuid-Duitsland. Niet in Nederland en Belgiƫ.
Levenswijze
Deze grote graafwesp jaagt voornamelijk op sabelsprinkhanen en soms op krekels, die ze in vlucht naar het nest brengt dat meerdere broedkamers telt. Iedere broedkamer wordt successievelijk bevoorraad met 3-4 prooien en dan afgesloten.