kroosvlindertje
Spanwijdte vleugels 15-25 mm, juni-september
Kenmerken
Voorvleugels van het mannetje (332 3a g) wit met zeer zwakke, bruinige tekening; die van het vrouwtje zijn lichtbruin met een wazige, donkere tekening. Achtervleugels in beide seksen wit met donkere vlekjes en banden en een zwarte, geel omrande zoom parallel lopend met de vleugelrand. In de zoomband zijn meerdere, glanzende puntjes ingesloten.
Voorkomen
Bij stilstaand water met een tapijt aan eendenkroos.
Levenswijze
De rups (332 3b g) leeft bij voorkeur van eendenkroos. Net als bij Elophila nymphaeata kan de jonge rups nog door de huid ademen, maar is daarna omgeven door een luchtbel in haar behuizing. De rups bouwt een huisje uit samengesponnen kroos en leeft vlak onder het wateroppervlak.