Pseudoips prasinana

gele groenuil

Spanwijdte vleugels 30-35 mm, mei-juli

Kenmerken
Wordt meestal tot de grijsuiltjes, familie Nolidae, gerekend. Voorvleugels groen met gelige rand en 2 tot 3 vaak onduidelijke, witte dwarsbanden. Achtervleugels bij mannetje geel, bij vrouwtje (352 1 g) wit.

Voorkomen
Vooral algemeen in beuken- en eikenbossen.

Levenswijze
Rups groen met gele vlekken wordt 4 cm lang en leeft bij voorkeur op beuk, maar ook op eik en berk.

Gelijkende soorten
De iets grotere, witte groenuil, Bena bicolorana, heeft 2 zeer duidelijke dwarsstrepen op de voorvleugels.

%LABEL% (%SOURCE%)