roesje
Spanwijdte vleugels 40-45 mm, januari-december
Kenmerken
Voorvleugels aan de apicale rand diep ingekerfd, grondkleur roze-bruin met roestbruine tekeningen en 2 dicht tegen elkaar lopende witte lijnen.
Voorkomen
Algemeen in bebost terrein, parken, tuinen en ook in huizen.
Levenswijze
Het roesje heeft 2 generaties per jaar. De in de late zomer uitgekomen vlinders van de tweede generatie zoeken in de herfst een overwinteringsplekje op. In de winter zijn ze vaak in holen te vinden en binnenshuis op vochtige plaatsen onder dozen, tussen papier en ander opgeslagen materiaal; vaak met meerderen bij elkaar (354 1 g). Rups op wilgen en populieren.