morgenrood
Spanwijdte vleugels 27-32 mm, juni-augustus
Kenmerken
Bovenzijde voorvleugels van het mannetje (384 3a g) glanzend oranje met smalle, donkere zoom; vleugeltekening van het vrouwtje bijna gelijk aan die van de kleine vuurvlinder, de oranje kleur is wat uitgelopen. Onderzijde vleugels oranjebruin met zwarte en witte vlekjes (384 3b g).
Voorkomen
Langs bosranden, in natuurlijke graslanden, grensvegetaties in niet te warme gebieden. In het heuvelland van Zuidoost-Belgiƫ en Luxemburg; in Nederland sinds ca. 1890 verdwenen.
Levenswijze
De eitjes worden op de stengels van grote en kleine zuringsoorten gelegd en overwinteren. De nacht-actieve, groene rups verbergt zich overdag.