klein tijmblauwtje
Spanwijdte vleugels 20-25 mm, juni-augustus
Kenmerken
Bovenzijde mannetje (388 4a g) fletsblauw met donkere vlek op voorvleugel; vrouwtje bruin en blauw bestoven. Onderzijde in beide seksen beigegrijs met zwarte vlekken en rode band op de achtervleugel is dikwijls vaag, witte vleugelfranje met zwarte vlekken (388 4b g).
Voorkomen
In (half)natuurlijke kalkgraslanden met steppekarakter en heideachtige vegetatie. Niet in Nederland; verdwenen in Zuidoost-Belgiƫ.
Levenswijze
Groene rups met bonte tekening leeft op verschillende soorten tijm (Thymus praecox, T. pulegoides, T. vulgaris) en eet bloemen en vruchten. Halfvolgroeide rups overwintert.