vetkruidblauwtje
Spanwijdte vleugels 22-28 mm, april-augustus
Kenmerken
Mannetjes blauw, vrouwtjes overwegend donker van kleur, met wit-zwarte franjezoom (388 6a g). Zomervlinders van de tweede generatie bijna zwart. Onderkant lichtgrijs met grote zwarte stippen en opvallende, rode band (388 6b g).
Voorkomen
In natuurlijk grasland op stenige bodem met zeer open vegetatie. Niet in Nederland en Belgiƫ.
Levenswijze
Twee generaties per jaar. De vlinder legt de eitjes op wit vetkruid en hemelsleutel (388 6c g). De rups is groen met een roodachtige rugstreep (388 6d g).