argusvlinder
Spanwijdte vleugels 35-45 mm, april-oktober
Kenmerken
Bovenzijde oranjebruin getekend met een enkel, opvallend zwart omrand, wit argusoog. Mannetje (392 2 g) met een brede zwarte streep geurschubben op de voorvleugel.
Voorkomen
Algemeen, maar zelden talrijk, in velerlei biotopen: (half)natuurlijke graslanden, heiden, grensvegetaties, pioniervegetaties. Ook rond stedelijke gebieden.
Levenswijze
De vlinder kan 2, soms 3 generaties voortbrengen. Groene rups ontwikkelt zich op verschillende grassoorten.