Brintesia circe

witbandzandoog

Spanwijdte vleugels 68-82 mm, juni-september

Kenmerken
Een grote zandoog met opvallend weinig ogen. Bovenzijde vleugels zeer donkerbruin met crèmekleurige band over beide vleugels tot aan de achterrand van de achtervleugels. Geen ogen aan de bovenzijde. Onderkant voorvleugel met slechts één oog; achtervleugel zonder ogen (396 8 g).

Voorkomen
Droge, ruige, grazige locaties met struiken die licht beweid worden, weelderige landouwen en open bossen.
Wijdverspreid in het Middellandse Zeegebied en grote delen van Midden-Europa tot in Zuid-Polen, Zuid-Duitsland, de Elzas en Midden-Frankrijk. 0-1650 m hoogte. Buiten Europa in Turkije en Iran tot in de Himalaja. Niet in Nederland en België.

Levenswijze
Vrouwtje laat de eieren tijdens het vliegen tussen lage vegetatie vallen. De rups is bruin met blekere lengtestrepen op de zijden en leeft op een aantal soorten grassen, zoals genaald schapengras (Festuca ovina) en bergdravik (Bromus erecta). Er is één generatie per jaar.

%LABEL% (%SOURCE%)