groot koolwitje
Spanwijdte vleugels 50-65 mm, april-oktober
Kenmerken
Bovenzijde voorvleugel mannetje wit met zwarte vleugelpunt, vrouwtje idem, maar met nog 2 grote, zwarte stippen. Onderzijde voorvleugel in beide seksen met 2 vaak samen vloeiende, zwarte stippen.
Voorkomen
Zeer verspreid en tamelijk talrijk in velerlei biotopen met forse nectarplanten voor de voedselvoorziening, ook veel in tuinen.
Levenswijze
De vlinder is een goede trekker en kan 2-3 generaties per jaar genereren. Een vrouwtje kan tot over de 1000 eieren leggen. Toch is de soort gemiddeld minder talrijk dan voor 1970. De bonte rups met geel-, zwart- en grijstekening (410 2b g) leeft gregair en is op meer dan 80 verschillende soorten planten gevonden, vooral grote kruisbloemigen als look-zonder-look, zeekool, zandkool en judaspenning. De eveneens bont gekleurde pop is een zogenaamde gordelpop en is vaak tegen muren en onder balkons en afdakjes te vinden. Overwintering als pop.