Lepismachilis y-notata

Lengte 8-10 mm, januari-december

Kenmerken
Aan het achterlijf worden 3 dicht naast elkaar ingeplante staartdraden gedragen. Lichaam met een dicht, bont gekleurd schubbenkleed. De grote ogen raken elkaar op de rugzijde, voor de ogen is een kenmerkende, donkere Y-vormige tekening te zien (030 3b g). De kaaktasters steken ver naar voren uit.

Voorkomen
In open bergstreken op kale rotsen. In middelgebergten en in de Alpen, plaatselijk tamelijk algemeen. Niet in Nederland.

Levenswijze
Deze soort wordt vooral in de avondschemering actief en is dan te zien op rotsen en stenen. Overdag houden ze zich meestal verborgen in rotsspleten en onder stenen. Bij verstoring springen zij weg met grote sprongen door hun lichaam te buigen en zich dan plotseling pijlsnel met de achterlijfspunt af te zetten.

Gelijkende soorten
Een aantal soorten lijkt sterk op deze soort, maar missen de karakteristieke tekening voor de ogen.

%LABEL% (%SOURCE%)