Perla marginata

Lengte 15-25 mm, mei-augustus

Kenmerken
Grote, donker gekleurde steenvlieg. Ruimte tussen de ocellen boven op de kop opgevuld door een zwarte vlek (familie Perlidae). De nimf (038 1b g) is geelbruin met contrastrijke, donkere vlekkentekening. Poten met dichte, lange en enigszins oplichtende rijen haren. Aan het borststuk dichte witachtige kieuwborstels.

Voorkomen
In schone bergbeken en rivieren met stenige bodem in het middelgebergte en in de lager gelegen Alpen tot op 800 m. hoogte.

Levenswijze
De volwassen insecten bewegen zich traag en zijn vaak te vinden op oevervegetatie onder bladeren van onder andere brandnetels. Zij vliegen zelden en dan alleen korte stukjes. Ze hebben als alle andere grotere soorten steenvliegen geen functionele monddelen en behoeven voor de voortplanting dan ook geen voedsel tot zich te nemen. De krachtig gebouwde nimf houdt zich meestal dichtbij de oever op in bijna stilstaand water onder stenen. De nimfen leven als rovers van andere waterdieren en kunnen zelfs prooien aan die net zo groot zijn als zijzelf.

Gelijkende soorten
Alleen de strikt alpiene soort Perla maxima lijkt op deze soort, maar onderscheidt zich door een gelig gekleurde kop. De nimf heeft ook kieuwborstels aan de punt van het achterlijf. Bij Perla burmeisteri is de kop zwart met een paar heldere vlekken. Perla burmeisteri was de plaatsvervanger van Perla marginata in grotere rivieren, maar deze soort is intussen bijna overal verdwenen door watervervuiling.

%LABEL% (%SOURCE%)