koperen beekjuffer
Spanwijdte vleugels 60-70 mm, april-september
Kenmerken
Mannetjes (042 3a g) met donker roodkoperkleurig lichaam en de vleugelband is nog veel breder dan bij de weidebeekjuffer. Vrouwtje (042 3b g) metaalglanzend groen met in de achtervleugel een bruine band.
Voorkomen
Langs heldere, zuurstofrijke beken en riviertjes. In Zuid-Europa. Aldaar vaak samen te vinden met andere soorten beekjuffers.
Levenswijze
De koperen beekjuffer heeft een karmozijnrood “lantaarntje” aan de onderkant van de laatste achterlijfssegmenten. Het mannetje voert een kenmerkende baltsdans op, waarbij hij het achterlijf ver omhoog buigt en telkens met gespreide vleugels al vliegend boogvormige figuren boven het wateroppervlak uitbeeldt. Als het vrouwtje daardoor paringsbereid wordt volgt zij hem bij deze dansfiguren en worden zij een paar.