paardenbijter
Spanwijdte vleugels 75-85 mm, juli-november
Kenmerken
Achterlijf mannetje zwart met op basis segment 2 een duidelijke, in vlucht zichtbare, blauwe dwarsstreep (050 3 g). Rest van het achterlijf met grotere blauwe vlekken. Vrouwtje bleker van kleur.
Voorkomen
Vrij algemeen bij allerlei wateren, zelfs licht brak water. Vertoont zwerfgedrag. De paardenbijter is een van de kleinere glazenmakers.
Levenswijze
De paardenbijter jaagt in groepjes, meestal bij bomen, soms met vele tegelijk jagend op vliegende mieren. De soort is tot in november actief, zelfs na de nachtvorst en kan dan nog op zonnige dagen worden waargenomen als de meeste andere insecten al verdwenen zijn.