gewone bronlibel
Spanwijdte vleugels 85-95 mm, juni-augustus
Kenmerken
Op de middelste achterlijfssegmenten 4-8 twee paar vlekjes: twee grote vlekken midden op de segmenten en twee smalle dwarsstreepjes aan de achterrand (052 3 g).
Voorkomen
Bij schone, enigszins beschaduwde beekjes. In Nederlands Limburg nog 2 populaties. Ook in Belgiƫ zeldzaam geworden; in de Ardennen iets algemener.
Levenswijze
Het vrouwtje vliegt naar een stil stukje ondiep water om de eieren te leggen en boort daarbij al vliegend haar achterlijf telkens weer loodrecht in de bodem.