smaragdlibel
Spanwijdte vleugels 60-70 mm, mei-augustus
Kenmerken
Lichaam donkergroen tot koperkleurig. Ogen helder groen. Achterste deel achterlijf van mannetje verbreed (056 1a g) bij vrouwtje gelijkmatig cilindrisch, legboor bij haar niet zichtbaar. Nimf gedrongen met zeer lange, spinachtige poten en enige zwak ontwikkelde doornen op de rug (056 1b g).
Voorkomen
Vrij algemeen, meestal bij laagveenmoerassen en matig voedselrijke vennetjes.
Levenswijze
De mannetjes kunnen net als de meeste, echte libellen goed en langdurig achtereen vliegen met hooguit een korte rustpauze. Meestal patrouilleren zij boven het vrije water vlak langs de oever heen en weer en zijn daarbij alert op de vrouwtjes die naar het water toekomen voor de eileg. De eieren worden alleen door het vrouwtje zonder begeleidend mannetje in vlucht afgeworpen boven het water.