steenrode heidelibel
Spanwijdte vleugels 50-60 mm, juli-november
Kenmerken
Poten geel gestreept. Voorhoofd tussen de facetogen met zwarte dwarsband, die nog een stuk tot in de ogen doorloopt (060 1a g). Nimf met lange doornen langs de zijkanten van het achterlijf en op de rugzijde (060 1b g).
Voorkomen
Algemeen bij allerlei stilstaande, rijk begroeide wateren. Zwerft graag.
Levenswijze
Zoals alle heidelibellen houdt het mannetje het vrouwtje vast “in tandempositie” als zij in vlucht de eieren afzet op het vlakke wateroppervlak of in de oever (060 1c g). Het vrouwtje maakt bij iedere ovipositie een wippende beweging met haar achterlijf. De eieren kunnen overwinteren in het water of op het land.